De druk op het financieel perspectief op de kortere termijn benadrukt nog eens hoe belangrijk het is om de kwantitatieve en kwalitatieve groei richting 2030 daadwerkelijk te realiseren. Onderstaande grafiek geeft dit visueel weer.
De blauwe lijn hoort bij de Begroting 2019. In de Begroting 2019 is de weg van de groeistrategie ingeslagen. Met de groeistrategie wordt de onderliggende tendens (grijze lijn) gekeerd. De rode lijn hoort bij deze Kadernota. Ten opzichte van de Begroting 2019 is er in de periode 2020 tot en met 2022 sprake van verslechtering van het financiële beeld als gevolg van de beschreven onontkoombare ontwikkelingen en knelpunten. Vanaf 2023 is er sprake van een verbetering als gevolg van de dekkingsmaatregelen die in de Kadernota zijn opgenomen. Bij de Begroting 2020 zal definitief worden bepaald of deze dekkingsmaatregelen allemaal worden doorgevoerd, of dat er alternatieven naar voren zijn gekomen.
Loslaten van de groeistrategie betekent, zoals de grafiek weergeeft, onvermijdelijk een permanente druk op het structurele begrotingsevenwicht. We houden dus vast aan de ingezette koers. Realisatie van de groeistrategie (ambities voor 2030) is de basis van waaruit we de te maken keuzes onderzoeken en onderbouwen. We kiezen daarbij nadrukkelijk voor binnenstedelijk bouwen en blijven inzetten op een gemengd woningbestand: bouwen naar behoefte van de bestaande inwoners, plus extra woningen in het duurdere segment.
Meer inwoners en meer woningen zorgen voor meer inkomsten uit het gemeentefonds en hogere OZB-opbrengsten. Daar bovenop zorgt een slimme mix van nieuwbouw met extra aanbod voor werkende jongeren en jonge gezinnen voor meer draagkracht voor bestaande voorzieningen. Voorzieningen die de stad aantrekkelijk maken en voordelen bieden aan al haar inwoners. Daarbij gaat het niet alleen om het behouden van evenementen, musea en verenigingen die de stad rijk is, maar bijvoorbeeld ook om een blijvend goed aanbod van winkels, scholen en huisartsen. Bovendien helpt slimme groei van de stad óók aan een steviger uitgangspositie om voorzieningen aan te trekken of te verbeteren, zoals snelle en frequente OV-verbindingen van en naar steden als Rotterdam en Breda en hoger onderwijs verbinden aan onze stad en het regionaal bedrijfsleven. De bouwopgave is dan ook geen doel op zich, maar een kans om de stad meer in balans te brengen en bestaande en nieuwe inwoners nu en in de toekomst positief perspectief te bieden. Om een inclusieve stad te kunnen zijn: een stad waar iedereen mee doet, met goede voorzieningen, mogelijkheden om een leven lang te leren en meer kansen op werk